Uniek aan deze reis
- Prachtige Alpenuitzichten
- Kleurrijke Walserdorpen
Bekijk de reisverslagen van vergelijkbare reizen
Grande Traversata delle Alpi
Italië
31-07 t/m 09-08-2015
Tijdens deze reis bewandelden we de eerste etappes van de prachtige Grande Traversata delle Alpi (GTA) in Italiaans Noord‐Piemonte. Een tocht door het land van Walser met frisse bergmeren en schitterende panorama’s op hoge Alpen‐toppen zoals de Weissmies. De Lepontinische Alpen en het natuurpark Devero‐Veglia boden een fantastische mogelijkheid om kennis te maken met wildkamperen in het hooggebergte. Deelneemster Rianne Jansen schreef er een verslag over, met foto’s van Micha Tempelman en Geertje Haverkamp.
Veertien bergwandelliefhebbers:
- Stapten op vrijdag 31 juli 2015 in Amsterdam en Utrecht bepakt en berugzakt in de nachttrein naar Basel. Namen daar de trein naar Airolo (op de grens van Zwitserland en Italië) en reisden met de bus naar het gehuchtje Cruina,
- Wandelden en (wild)kampeerden acht dagen in het mooie grensgebied van Italië en Zwitserland, met als hoogste bedwongen punt de ‘Scatta Minoia’ (2599 meter),
- Kregen slechts één keer flink wat regen over zich heen,
- Genoten bij terugkeer in de ‘bewoonde wereld’ (Domodossola) van douchen en pizza,
- En arriveerden op zondagavond 9 augustus na een lange treindag weer in Nederland.
Indrukwekkend hoeveel bagage er mee kon in de rugzakken van de GTA’ers! ‘Grammenjagen’ op de persoonlijke spullen was noodzakelijk, want er moesten bijvoorbeeld ook 7 tenten, kookgerei en EHBO-spullen mee. En natuurlijk kilo’s aan eten, voor zowel ontbijt, lunch als diner. Er was zelf plek voor een flesje wijn! Als de voorraden hartkeks eind juli / begin augustus wellicht ‘op’ waren bij de Bever, dan kwam dat ongetwijfeld door onze GTA-reis: we hadden honderd pakjes bij ons, als onderdeel van de lunch voor acht dagen. Gelukkig had iedereen ook nog ruimte in de tas voor een goed humeur, flink wat porties bikkelkwaliteiten en improvisatievermogen.
De eerste wandeldag begon met veel wolken, maar nu hadden we onze regenjassen tenminste niet voor niets meegenomen. Na ongeveer een uur klimmen in mist, wolken en miezer hadden we in Rifugio Corno di Gries onze eerste koffie verdiend en zetten onze tanden in de eerste hartkeks van deze week. Met onder meer ‘Fred & Ed’ in verschillende smaken, (vis)paté, smeerkaas, tartex, honing, ansjovis en kokosbrood bleken we prima lunches te hebben. En sowieso maakt bergwandelen en berglucht hongerig. Na de lunch was het nog een stukje stijgen en een stuk dalen naar de eerste wildkampeerplek: Alpe Battlemat op 2112 meter hoogte. Het was vlak, er was gras en een beekje. Prima plek dus. We hadden de tenten juist opgezet toen er ‘van boven’ werd besloten dat ook onze regenbroeken getest moesten worden. Een paar uur lang kregen we een koude douche over ons heen. Koken en eten in de regen: jammer, maar prima te overleven voor bergbikkels zoals wij. Er was zelfs een soepje vooraf! Gezellig natafelen was er helaas niet bij zonder tafel en iedereen dook om 19 uur zijn tent in, om maar droog te liggen/zitten.
Gelukkig bleek dit de enige regen van de week te zijn. De volgende ochtend scheen de zon! En nu zagen we pas goed hoe de omgeving er uit zag. We waren omgeven door bergen. Het eerste ontbijtpakket werd verorberd en samen met het drinken van een warm bakkie koffie / thee én de zon die scheen was dit een prima start van een nieuwe wandeldag.
Bijna elke dag pakten we onze tenten in. Twee keer stonden we op een camping, waar we twee nachten verbleven. De andere dagen waren we tussen 8.00 uur en 8.30 uur klaar voor vertrek. Inderdaad: uitslapen was er niet bij deze vakantie. Dat maakte ons niet uit want we kwamen immers om te wandelen. Zo was het elke dag genieten van de mooie omgeving. Het uitzicht bleef ‘hetzelfde’: bergen om ons heen. De ondergrond was afwisselend: van brede graspaden op grote vlaktes, tot smalle bospaadjes als we nog onder de boomgrens liepen. En van sneeuwveldjes tot grote rotsblokken in de buurt van een pas. Uiteraard hoorde het erbij dat we af en toe moesten ploeteren bij steile klimmetjes, dat opperste concentratie nodig was bij een aantal lastige stukken en dat we ‘mopperden’ over lelijke stuwmeren.
Tijdens het wandelen was er genoeg tijd voor andere bezigheden. Bosbessen en bramen plukken en eten. Luisteren naar het gefluit van bergmarmotten en de bellen van koeien, schapen en geiten. Koeien omzeilen die niet van plan waren van ons wandelpaadje af te gaan. Liedjes zingen, water tappen, foto’s maken, af en toe stilstaan om te genieten van het uitzicht (en om even uit te hijgen) en … heel veel praten. Een vaak terugkerend gespreksonderwerp: eten. Alsof we dagen niet hadden gegeten en bijna uitgehongerd waren, we bleven ons verheugen op onze etenspakketten en nog meer op pizza, wanneer we op de laatste avond weer in de bewoonde wereld zouden zijn.
Maar ondanks het ‘pizza-vooruitzicht’ bleven de hartkeks als lunchonderdeel prima smaken. Zoals op de woensdag, op de Passo di Valtendra (2431 meter). Dit was de tweede pas die we deze dag hadden bedwongen. Tussen beide passen was concentratie vereist, het pad was smal en de afgrond steil. Op de pas hadden we meteen een mooi nieuw uitzicht, een geweldig sneeuwveld in de zon. Onze zware rugzakken konden van onze rug, hartkeks en beleg kwamen tevoorschijn en genieten maar! Ruim een uur pauze, met zicht op het sneeuwveld (of de achterkant van oogleden), is natuurlijk geen straf.
De mooie omgeving, lekkere wandeldag en gezellige groep zorgden voor een opperbest vakantiegevoel. De avondmaaltijd droeg hier ook aan bij. In de middle of nowhere hadden we een heus driegangendiner, met wijn! Toastjes met bruschetta als voorafje, een heerlijke pastamaaltijd als hoofdgerecht en zelfs een desert: tiramisu, vanwege de structuur omgedoopt tot ‘tiramisoep’, maar dat mocht de pret uiteraard niet drukken.
De laatste wildkampeeravond was bijzonder: met een fantastisch uitzicht op het gebied waar we hadden gelopen. We mochten ons tentenkamp opbouwen op het terrein van een boerenechtpaar, dat elk jaar alleen in juli en augustus het boerderijtje op deze plek (Balmelle, op 2067 meter hoogte) bemant. We maakten een aantal prima salades. De ingrediënten hiervoor hadden we in het gehuchtje van onze vorige camping gekocht en hadden we de hele dag meegesjouwd in onze tassen.
Ook genoten we deze avond nog van de geweldige uitzichten op de bergen. We zagen een helling die we eerder die dag waren afgedaald. Van deze kant zag die er nog steiler uit dan toen we er zelf liepen en leek die helling helemaal niet te bedwingen. Ondertussen werd het donker, op deze laatste avond in de bergen. Zo lang mogelijk bleven we van de mooie uitzichten genieten, om terug te denken aan de afgelopen week en om deze mooie herinneringen en beelden ‘op te slaan’ in onze geheugens en deze mee te nemen naar huis.