Lees ook onze andere blogs en reisverslagen.
2007: Wildkampeertrektocht door het Zweedse Kungsleden****
Door Nynke van der Vliet (8800 woorden) – Een onvergetelijke tocht door de ongerepte wildernis 200 kilometer boven de poolcirkel. Een verhaal over eenzame landschappen, machtige bergen, muggen en dichtgevroren tenten.
Vrijdag 17 augustus – vliegreis naar Kiruna
Om kwart over 4 ’s ochtends staat de taxibus voor mijn huis. Zo vroeg en een taxi omdat Laurens bang is dat we te laat op Schiphol aan zullen komen als we de bus nemen. Na enige discussie heb ik me maar bij het taxiplan neergelegd en vanochtend blijkt dat een heel goed idee te zijn, want het regent verschrikkelijk hard. De taxi brengt ons binnen een half uur naar Schiphol. Daar worden we bij de incheckbalie van KLM aangezien voor mevrouw en meneer Kramer. De mevrouw van het inchecken zegt met een knipoog dat dit misschien een voorbode is. Het inchecken gaat snel en dus hebben we nog zeeën van tijd over op Schiphol om vanuit ligstoelen naar de vertrekkende vliegtuigen te kijken.
Om 7.00 vertrekt ons vliegtuig naar Stockholm. Dit is een comfortabele vlucht en we genieten van het ontbijt: 2 broodjes, jus d’orange en thee. We zijn nog voor de geplande aankomsttijd in Stockholm, halen onze bagage van de band en gaan op zoek naar de incheckbalie voor onze volgende vlucht. Daarvoor moeten we een heel eind lopen op het vliegveld; de terminal voor binnenlandse vluchten ligt helemaal aan de andere kant.
Nadat we zelf hebben ingecheckt bij de incheckmachine, komen we Salvador tegen bij de bagageafgifte. Hij heeft gister de vlucht vanaf Stockholm naar Kiruna gemist en vliegt met ons mee. Het is nog even zoeken naar de gate en er moet nog gepind worden. Pas de derde pinautomaat wil mijn pasje accepteren, even schrikken. Als we door de handbagagecontrole heen zijn, hebben we nog alle tijd om wat te eten en te drinken.
Om 12.05 vertrekt onze vlucht naar Kiruna. We zitten niet bij elkaar omdat we onze plaatsen toegewezen hebben gekregen en apart geboekt hebben. In het vliegtuig heb ik lekker de tijd om even te lezen. Anderhalf uur later komen we aan in regenachtig Kiruna. Het vliegveld bestaat uit niet veel meer dan een grote loods. We nemen de bus naar het centrum van Kiruna en worden vlakbij The Yellow House afgezet. Hier hebben Laurens en ik een kamer geboekt voor de eerste nacht (om onze wandelvakantie luxe te beginnen). We proberen hier ook een slaapplaats voor Salvador te regelen. Eerst zegt de man van het hostel dat dit niet mogelijk is, maar even later kan hij toch een tweepersoons kamer voor een driepersoons omruilen. Net als we dit allemaal geregeld hebben, komen Frans, Jeroen, Eugenie en Meriël binnenstappen. Zij zijn blijkbaar ook nog in Kiruna (Volgens hun eerste planning zouden ze vandaag naar Kvikkjokk reizen) en blijken al voor Salvador een kamer gereserveerd te hebben. We boeken dus toch d driepersoons kamer weer om naar een tweepersoons en dan is alles geregeld.
We gaan even de stad in om brandstof en een regenbroek voor Meriël te kopen. Het ziet er in de regen buiten allemaal maar troosteloos uit. Kiruna ligt naast een enorm grote mijn en hier werken de meeste inwoners van Kiruna. Er is geen moeite gedaan om een beetje sfeer te creëren. Overigens heeft de stad te kampen met een ondergrondse scheur, waardoor de stad over een paar jaar (2012) verplaatst zal moeten worden. Een vreemd verhaal. Frans, Jeroen, Eugenie en Meriël hebben overigens vanochtend de mijn bezocht. Wij hebben daar geen tijd meer voor, want morgen reizen we verder naar Kvikkjokk.
Terug in het hostel verdelen we onze gemeenschappelijke spullen over de rugzakken, zodat iedereen ongeveer evenveel gewicht zal dragen. Daarna genieten we van een overheerlijke maaltijd vol groente (nu het nog kan): wraps gevuld met bonen, maïs en salade. Na het eten ga ik naar bed, want ik ben erg moe. De rest van de groep verkent ’s avonds de kermis van Kiruna. Eén van de attracties blijkt wat heftiger dan gedacht en Frans en Jeroen komen er misselijk uit.
Zaterdag 18 augustus Kvikkjokk – vrije kampeerplek aan meer (12 km)
Na een heerlijke nacht slapen gaat de wekker om kwart voor zes. Ik sta op en neem een – mijn voorlopig laatste heerlijke warme douche. Daarna een ontbijt in het hostel, met knäckebröd, ander brood, cornflakes, yoghurt en voor sommigen hun voorlopig laatste kopje koffie.
Na het ontbijt pakken we onze spullen in en lopen door de stromende regen naar het busstation van Kiruna. Onze bus richting Kvikkjokk vertrekt om 7.40. We nemen plaatsen boven de buschauffeur zodat we wat uitzicht hebben. Hiervoor moeten we overigens wel steeds de condens van het raam vegen. Het regent nog steeds en het uitzicht is nogal troosteloos. Voor ons ligt een lange lege weg met aan weerszijden naaldbomen, hier en daar een meertje en wat vakantiehuisjes. Eugenie roept dat ze een rendier ziet, maar de rest heeft niks gezien. (later op onze reis zullen we er nog vele tegenkomen). In de bus wordt ook het teveel meegenomen snoep opgegeten, lekker! Even later moeten we –nog steeds in de stromende regen overstappen op de volgende bus. Hier krijgt Frans het voor elkaar om koffie voor hem en Laurens te kopen. Het is alleen wel lastig koffiedrinken in een rijdende bus. De bus brengt ons naar Jokkmokk, waar we zullen overstappen op een bus naar Kvikkjokk.
Op het busstation van Jokkmokk komt ook Kirsten –onze laatste reisgenoot met ons mee reizen, gezellig! De busrit naar Kvikkjokk is wat spannender dan de vorige twee. De wegen worden kleiner en de omgeving indrukwekkender: We komen vele bergen en meren voorbij en het is inmiddels mooier weer geworden. De buschauffeur blijkt ook postbode te zijn en stopt zo nu en dan om kranten te bezorgen en uitgebreid een praatje te maken met de plaatselijke bewoners. Verder zit onze bus vol met wandelaars zoals wij. Wat moet je anders ook in dit gebied?
Als we aan het begin van de middag in Kvikkjokk aankomen, schijnt de zon! We worden ook meteen door de eerste muggen verwelkomd en die kunnen vervelend steken. Na de lunch gaan we dan echt op pad en beginnen aan onze eerste kilometers van het Kungsledenpad. We lopen door een prachtig bos dat er al een beetje herfstachtig uitziet. Er staan paddestoelen in vele soorten en maten en hiervan worden vele foto’s gemaakt. Het pad loopt lekker en op plekken waar het vochtig is, zijn knuppelpaden aangelegd. Dit zijn houten planken om overheen te lopen. Deze knuppelpaden zijn echter niet allemaal even goed onderhouden, waardoor je soms moet balanceren op één plank of uit moet kijken voor een wipwap effect.
Verderop wordt het pad lastiger. Er liggen veel rotsblokken en boomwortels. Bij één van deze boomwortels glijdt Eugenie uit en valt vervelend op haar hoofd. Dat is even schrikken en het levert een fikse bult op haar gezicht op. Ze zegt dat het wel gaat, dus we lopen rustig aan verder. Het oorspronkelijke plan was om door te lopen tot de Parte hut, maar dit is nog wel ver. Een paar voorbijgangers zeggen dat we er pas rond 20.00 aan zullen komen en dat is toch wel erg laat. Om half acht zoeken we naar een kampeerplek. Deze vinden we aan een meertje. We zetten onze tenten op en Frans en Laurens koken een overheerlijke maaltijd: hete bliksem. Na het eten wordt er afgewassen in het koude water van het meer en daarna gaan we vroeg slapen.
Zondag 19 augustus naar vrije kampeerplek op plateau tussen de Parte en Aktse hut (12 km)
We staan om 7.00 op, want we willen weer vroeg beginnen met lopen. De zon schijnt heerlijk als ik me ga wassen in een stroompje bij het meer. De muggen zijn wel een beetje irritant en het koude water moet even wennen. We ontbijten met mueslipap, breken onze tenten af en gaan op pad. Helaas is het oog van Eugenie na haar val gister nu zo dik geworden dat ze er niets mee kan zien. Dat is erg lastig met lopen, omdat ze nu geen diepte kan zien. We besluiten toch rustig aan op pad te gaan. Het eerste stuk van de route lopen en klauteren we nog door het bos, met een hoop stenen en boomwortels. Bij de Partehut houden we een korte pauze. Ik maak hier ook dankbaar gebruik van het toilethokje wat er staat. Het pad stijgt verder het bos uit en al snel bevinden we ons in een uitgestrekt landschap met bergen en meren. Hier en daar moeten we steenvelden oversteken. Dit maakt het lopen voor Eugenie vandaag erg lastig. Ook Meriël loopt niet zo heel lekker, want ze heeft last van haar knie.
Aan het eind van de middag worden we verrast door een kudde rendieren, erg mooi om te zien en we proberen ze op foto vast te leggen. We weten nog niet dat we vanaf nu bijna dagelijks rendieren zullen zien.Als we een mooie kampeerplek vinden, is het nog steeds heerlijk weer. We eten nasi als avondmaaltijd en drinken thee. Dan wordt het erg koud buiten, dus gaan we onze tenten in.
Maandag 20 augustus – naar de Aktse hut (12 km lopen, 3 kilometer roeien)
Als we om 7 uur opstaan, schijnt het zonnetje al weer. Het is weer een uitdaging om me in de koude bergbeek te wassen. We eten havermoutpap als ontbijt en gaan rond 9 uur op pad. Vandaag zullen we eerst een stuk lopen en daarna 3 kilometer roeien. Het is een prachtige route. Het eerste stuk lopen we vrij hoog en hebben uitzicht op meren en de ons omringende bergen. Hier en daar zien we rendieren lopen, erg mooi. We dalen steeds verder en lopen een groot stuk door het bos (weer stenen, boomstronken, paddestoelen en vele verschillende mossoorten). Het is prachtig zonnig weer en vandaag komt zelfs de zonnebrandcrème uit de tas. We houden een uitgebreide pauze in het bos en liggen nog even te zonnen.
Vanaf hier lopen we nog zo’n 1,5 uur tot we aankomen bij een meer. Dit meer zullen we met de roeiboot over moeten steken, want de snelle boot vaart niet op maandag. Er liggen twee bootjes en we moeten met acht mensen en acht rugzakken naar de overkant. In een bootje passen ongeveer 5 mensen en er moet nog een bootje aan deze kant van het water blijven liggen voor als er meer wandelaars willen oversteken. Dit lijkt dus op het wolfkoolgeit raadsel. We besluiten eerst met één bootje en 5 personen en tassen naar de overkant te varen, daarna met een bootje terug te varen (2 personen) om nogmaals over te steken met de rest van de groep. Laurens en Frans nemen plaats in het eerste bootje en proberen naar een steiger te varen waar de rest in zal stappen. Ze draaien eerst een paar rondjes op het water. Uiteindelijk vertrekken we met 5 mensen in de boot: Laurens, Frans, Kirsten, Eugenie en ik. Al snel wordt besloten dat het roeien beter gaat wanneer 1 persoon roeit. Frans zal het eerste stuk roeien. Drie kilometer roeien blijkt een heel eind te zijn, zeker met de wind die er op het meer staat. We drijven af en toe een stukje af en moeten bijsturen. Frans begint al snel de moed te verliezen en stelt voor om terug te gaan. Het idee nogmaals terug te moeten varen staat ons allemaal tegen. We overtuigen Frans toch dat we verder moeten roeien en dat het goed komt. Kirsten neemt even later het roeien over en ook Laurens doet zijn deel. Als we nog steeds niet heel hard vooruit komen en midden op het enorme meer drijven, stellen Eugenie en ik voor om achter in de boot ook mee te peddelen. Nu gaan we al sneller vooruit.
Even later zie ik aan de andere kant van het meer iets bewegen en vraag me af of dat misschien een roeibootje in tegengestelde richting is. In dat geval hoeven we niet terug te roeien. Volgens de anderen zie ik wat ik wil zien, maar even later bevindt het stipje zich toch duidelijk op een andere plaatst. “Als dat stipje een bootje is, geef ik je bijna een zoen, Nynke” roept Laurens hoopvol. (Toen ik later gelijk bleek te hebben, heb ik overigens geen zoen gekregen). Ondertussen roeien we verder en passeren een tweede eiland in het meer. Vanaf daar is het nog maar een klein stukje roeien. Nu zien we dat er mensen op ons bootje staan te wachten. Ons hele bootjesprobleem is opgelost: Er willen namelijk 5 Fransen naar de overkant. Zij nemen met veel plezier ons bootje over en wij zijn opgelucht. Het roeien was zwaar en nu weten we zeker dat de rest van onze groep een bootje heeft om naar de overkant te roeien. We lopen nog een kilometer verder naar de Aktse hut, waar we gaan kamperen. Hier is ook een winkeltje, een koude douche en een keuken waar we kunnen koken. Vlakbij de hut staat een bordje ‘Smoked fish and bread’. Laurens en Frans gaan erop uit om gerookte vis te halen. Ze komen bij een groot hek met een bel, waarachter een huis staat. Er komt een man met grote honden naar buiten en hij roept ‘Fish or Bread?’. Frans en Laurens roepen ‘Fish’ en de man gaat weer naar binnen. Na een tijdje komt de kluizenaar weer naar buiten met twee in papier gewikkelde vissen: zalm!
Eugenie en ik gaan in de winkel op zoek naar ingrediënten om van deze vis een heerlijke avondmaaltijd te maken. Het wordt een pastamaaltijd met zalm, champignons en bloemkool-broccolisoep als saus. Misschien een vreemde combi, maar het smaakt supergoed! Ook het toetje (chocoladepudding met peer) gaat er goed in.
Bijna iedereen ondergaat vandaag ook de koude douche bij de hut. Achter een wapperend gordijntje is provisorisch een douchekop opgehangen waar heel koud water uit komt. Het is een hele uitdaging om hier je haar te wassen. ‘s Avonds warmen we ons nog aan een door Frans en Laurens gemaakt kampvuur en gaan daarna naar bed.
Dinsdag 21 augustus – naar vrije kampeerplek iets voorbij Sitojaure (14 km)
’s Ochtends om 7 uur gaat de wekker, maar wakker worden lukt nog niet zo. Ik heb slecht geslapen vanwege een steen onder mijn slaapmat en het duurde een tijd voor ik een goede slaaphouding gevonden had. Eugenie is al sneller in beweging en zet in de keuken vast het water op voor het ontbijt. Even later genieten we van een warm muesliontbijt met bosbessen erin. Deze bessen waren gister geplukt door Jeroen, Salvador en Meriël toen ze op de roeiboot moesten wachten. De bosbessen maken het ontbijt een stuk smakelijker en het ontbijt is een goede bodem voor de beklimming die we voor de boeg hebben. We beginnen onze tocht met een klim van zo’n 400 meter. Deze klim gaat vrij goed en al snel hebben we weer prachtig uitzicht. Ook zien we weer een hoop rendieren. We pauzeren op een hoogte van 900 m in het zonnetje. Hier hebben we ook bereik met de telefoon en ik stuur even een smsje naar het thuisfront. We hebben nog wat tijd over om een top hier in de buurt te beklimmen, want we hoeven pas om 3 uur bij de motorboot te zijn. We zien een kudde rendieren over de sneeuw heen en weer lopen. Als we bijna op de top zijn, lopen er zelfs rendieren vlak voor ons langs en we maken mooie foto’s. Vanaf de top hebben we prachtig uitzicht naar alle kanten (toendragebied, rendieren, meren). Op de top maken we een groepsfoto en lunchen we. Daarna moeten we al snel weer naar beneden wandelen zodat we om drie uur de boot kunnen halen. Het eerste stuk is vrij steil en stenig. Daarna lopen we weer verder over het officiële Kungsleden pad. We moeten nu behoorlijk doorlopen om op tijd bij de boot te zijn en dat is een beetje vervelend. Als we beneden bij het meer aankomen, staat de man al klaar met het motorbootje. Hij geeft aanwijzingen waar we onze spullen neer moeten zetten en waar we moeten gaan zitten. Opvallend genoeg moeten de meiden bij hem voor in de boot. De man maakt tijdens het varen ook nog een foto van ons met Kirstens toestel. Een kwartiertje later zijn we aan de overkant. Dit gaat toch een stuk sneller dan roeien!We houden een pauze in het zonnetje en ik heb de tijd om even in mijn boek te lezen, lekker in de zon aan de waterkant.
We lopen hierna nog zo’n 6 kilometer tot we bij drie meertjes aankomen waar we kunnen kamperen. Jeroen en Laurens hebben een paar kampeerplaatsen gevonden, maar hier waait het nogal. Frans vindt een meer beschutte plaats, maar daar stikt het dan weer van de muggen. We gaan toch voor de muggenplaats en zetten snel onze tenten op.
Daarna wassen we ons in het meer en Frans en Eugenie bereiden een heerlijke maaltijd voor van Disneymacaroni met gedroogde tomaten. Na het eten doen Salvador en Laurens de afwas. De rest van de groep gaat bosbessen plukken, zodat we morgen weer een smakelijke toevoeging voor het ontbijt hebben. Dit is meteen ook een gezellige teambuilding activiteit.
’s Avonds wordt het al snel erg koud buiten en dus gaan we vroeg onze tenten in.
Woensdag 22 augustus – naar de Saltoluokta hut (15 km)
Als we om 7 uur op staan schijnt de zon weer, maar de wind maakt het een stuk kouder dan gister. We genieten van ons bosbessenhavermout ontbijt, pakken onze spullen in en gaan weer op pad. We lopen over een grote kale vlakte met een hoop stenen en prachtig uitzicht op besneeuwde toppen in de verte. Er lijkt geen einde aan deze wereld te komen. De wind is koud en we zijn blij dat er ongeveer halverwege een hutje staat waar we kunnen pauzeren. Hier houden we zowel onze ochtendals lunchpauze. We koken heerlijke mosterdsoep en eten onze hardkecks. Ook praten we met andere wandelaars die hier pauzeren, o.a. een man met een oude hond met zijn eigen tas op zijn rug. We blijven wel twee uur bij dit hutje voor we onze tocht vervolgen. We houden later nog een pauze waarbij we lekker in de zon liggen met uitzicht op een prachtige berg. Sommige mensen vallen bijna in slaap. Na vijf dagen wandelen zijn we allemaal moe, dus het is fijn dat we morgen een vrije dag in het vooruitzicht hebben. We zijn allemaal blij als we aan het eind van de middag bij de hut zijn. Er wordt nog even gediscussieerd of we in de hut gaan slapen of gaan kamperen (sommige mensen verlangen naar de luxe van een bed) maar het prijsverschil is groot en dus gaan we kamperen. Wel besluiten we vanavond een driegangenmaaltijd in het restaurant te eten, lekker makkelijk. Iedereen is erg blij met e douche en sauna dus daar wordt meteen gebruik van gemaakt. Het eten in het restaurant valt helaas een beetje tegen. Ze blijken hier gek genoeg geen rekening te houden met de eetlust van wandelaars. Na een overheerlijk stukje zalm als voorgerecht krijgen we bij het hoofdgerecht erg weinig aardappeltjes geserveerd. Na een paar keer vragen, krijgen we wel iets meer maar het gaat niet van harte. Het rendiervlees blijkt ook niet heel bijzonder te zijn. Wel genieten we van een lekker zoet toetje. Na het eten zitten we nog even lekker warm in de hut.
Donderdag 23 augustus – rustdag
Vandaag kunnen we uitslapen, want we houden een rustdag. Maar ik ben al om 8 uur wakker en sta dus maar op. Bij het meer zit ik ’s ochtends heerlijk in het zonnetje aan dit verslag te schrijven en geniet van de prachtige omgeving en de stilte hier. Als de zon later weggaat en ik als ontbijt inmiddels een heel pakje hardkecks op heb, vind ik het tijd worden voor een kopje thee. Samen met Kirsten loop ik naar de kookruimte. We blijken precies op tijd te zijn: de anderen zijn inmiddels ook wakker en dekken de ontbijttafel. Er zijn vandaag zelfs gekookte eieren. Verder eten we knäckebröd en ander Zweeds brood met heerlijke bosbessenjam.
Na het ontbijt doet ieder zijn eigen ding. Ik lees mijn boek, schrijf kaarten en dit verslag. Ik geniet ook van een kopje thee in de schommelstoel bij de open haard van de hut. Ook is het tijd om kleren te wassen. Samen met Laurens laat ik kleren voor ons wassen in een wasmachine en doe ook een paar dingen op de hand. Het is heerlijk om weer wat schone kleren te hebben. In het winkeltje bij de hut koop ik ook een nieuwe broek. Ze hebben hier namelijk een mooie Fjällraven G1000 in de aanbieding met 30% korting op vertoon van een hostelkaart. Dus ik koop voor 630 kronen een winddichte waterafstotende broek (die later nog erg goed van pas komt deze vakantie..)
’s Middags eten we overheerlijke pannenkoeken met bosbessen en chocoladesaus. We hebben meel van het restaurant gekocht en bosbessen geplukt. Het resultaat is deze geweldige lunch. Aan het eind van de middag gaat het regenen en besluit ik naar de sauna te gaan. Dat is heerlijk met dit weer.
’s Avonds koken we couscous met tomatensaus, gedroogde abrikozen, rozijnen en noten. Met de producten die in het winkeltje te koop zijn, is het moeilijk om maaltijden samen te stellen maar deze smaakt boven verwachting goed. Na het eten genieten we nog van een wijntje bij de open haard.
Vrijdag 24 augustus – naar Teusajaure (12 km lopen, 1 km roeien)
Om 8.00 word ik wakker. We kunnen vanochtend rustig aan doen, want de boot waarmee we naar de overkant zullen gaan vertrekt pas om 12.00. We ontbijten en pakken onze spullen in. De gezamenlijke spullen worden opnieuw over de rugzakken verdeeld, want er zijn inmiddels een paar maaltijden minder om mee te nemen. Kirsten en ik stellen nog voor om naar de overkant van het meer te roeien, maar het water ziet er nogal onstuimig uit . Om 12.00 gaan we dus samen met alle andere wandelaars met de boot naar de overkant. Met de bus gaan we verder naar Vakkotavare. Dit is maar een ritje van een half uur, maar de bus stopt ook tien minuten bij een toeristisch winkeltje. Vervolgens rijden we met de bus langs een prachtig meer en zien we een regenboog. De bus gaat vrij hard de heuvel op en af en Laurens wordt een beetje misselijk.
Vanuit Vakkotavare gaan we verder met onze Kungsleden wandeltocht. Hier moeten we eerst zo’n 450 m klimmen en het pad is af en toe behoorlijk steil. Wel kunnen we nog even van een heerlijk zonnetje genieten. Als we bijna bovenaan twee tegenliggers gehuld in regenkleding tegenkomen, weten we dat dit niet lang meer al duren. Bovenaan genieten we nog van een lunch in de zon , maar even later begint het toch te regenen en dat zal voorlopig niet meer stoppen. Het waait behoorlijk hard en als je even stilstaat, krijg je het al snel koud. Er wordt dus behoorlijk doorgelopen vandaag.
Het landschap hier doet me erg aan Schotland denken. Natuurlijk mede dankzij het weer. Het landschap lijkt oneindig en ruig en regenwolken drijven in de lucht voorbij. Het gaat harder regenen en er komt een harde wind van opzij. Toch komt ook de zon af en toe door, wat een prachtig effect geeft. We lopen door en al snel zijn we op ons hoogste punt van vandaag (ongeveer 1000 meter) en hoeven we alleen nog maar naar beneden. Het landschap is nog steeds ruig en leeg. Als we op onze beoogde kampeerplek aankomen, waait en regent het hard. Dit lijkt ons op dit moment geen fijne kampeerplek en we besluiten nog 5 kilometer door te lopen naar een schuilhutje in het dal om daar te kamperen.
Als we verder afdalen, splitst het pad zich: het ene deel loopt via een omweg naar een brug. Het andere deel gaat rechtdoor, waar een doorwaadbare plek is. In eerste instantie lopen we rechtdoor om sneller de rivier over te steken. Volgens Jeroen kan dit wel. Frans kiest liever voor de veilige weg over de brug. Uiteindelijk steken Jeroen, Laurens, Kirsten en ik de rivier zonder brug over. Dat is best een beetje spannend en ik maak gebruik van Jeroens stokken. De rest van de groep neemt de brug. We lopen nog een stukje door tot het punt waar beide routes weer bij elkaar komen en we op de anderen moeten wachten. Hier kunnen we opeens weer genieten van een beetje zon en Laurens poseert als rendier.
Als Frans, Eugenie, Meriël en Salvador er weer zijn, lopen we verder naar beneden. Na een afdaling door het bos (veel stenen en boomwortels!) komen we aan bij een prachtig meer. Kirsten en ik verlangen al naar een roeitochtje naar de overkant in één van de kleine roeibootjes die er liggen. Maar we volgen het bordje naar de schuilhut waar we willen slapen/kamperen. Het schuilhutje blijkt te klein om er allemaal te slapen en er zijn weinig kampeerplekken in de buurt te vinden, dus we veranderen nogmaals onze plannen.
Om 20.00 kunnen we nog met de motorboot mee naar de andere kant van het meer (Teusajaure), waar een hut ligt waarbij we kunnen kamperen en dat lijkt wel een heel goed plan. Op het laatste moment besluiten de dames dat ze toch nog willen roeien. De heren gaan met de motorboot en zullen onze tassen meenemen. Hiervoor moeten ze de man die hun naar de overkant brengt wel voor 1 persoon extra betalen. Eugenie, Kirsten, Meriël en ik gaan met het roeibootje. Ik speel stuurvrouw en de rest mag roeien. Met een recordtijd van 10 minuten zijn we aan de overkant. Dit gaat dus echt een stuk makkelijker dan ons vorige roeiavontuur.
In de hut koken we snel eten (nasi) en buiten zoeken we een plek voor de tenten. Ook hier zijn niet veel mooie kampeerplekken, maar we vinden voor elk tentje nog wel een plekje. ’s Avonds zitten we nog lekker warm in de hut.
Zaterdag 25 augustus – Naar Kaitumjaure (12 km)
Om 7.00 ’s ochtends roept Salvador al goedemorgen terwijl ik nog heerlijk lig te slapen. Ook Laurens lijkt wreed uit zijn slaap gestoord te zijn. We blijven nog even liggen en komen dan toch de warme slaapzak maar uit. Even later staat in de hut de warme havermoutpap –ditmaal met gedroogde abrikozen erdoor al op tafel. Na het eten wordt er afgewassen (Volgens de andere hutgasten –11 vrouwen doen we dit niet grondig genoeg) en pakken we de spullen bij elkaar. Om half 10 vertrekken we en beginnen eerst weer aan een behoorlijke klim (300m). Boven wacht een prachtig uitzicht bovenop een waterval. Nu komen we in een soortgelijk landschap als gister (op Schotland lijkend). Tijdens het eerste stuk is het droog en lopen we goed. Meriël heeft alleen nog steeds last van haar knie en doet bij een pauze een knieband om. In diezelfde pauze naai ik mijn handschoen. Even later gaat het regenen. Het lijkt eerst maar zachte regen, maar al snel gaat het harder en word je er toch wel nat van. We besluiten bij de volgende hut te stoppen om daar te lunchen en soep te koken. Daarvoor moeten we nog een heel stuk afdalen langs een rotsig pad. Dit loopt vervelend nu het nat is. We passeren een hangbrug over woest kolkend water. Frans en ik staan nog even op deze brug te springen, hij veert geweldig.
Bij de hut worden we verwelkomd door een aardige man. Deze huttenwacht brengt hier een paar weken per jaar door in de zomer en begeleidt skitochten in de winter. Zijn vrouw komt af en toe langs en zijn voedsel is in de winter al per sneeuwscooter hierheen gebracht. We vragen of we gebruik kunnen maken van de keuken voor de lunch. Hier moeten we wel 40 K per persoon voor betalen, maar dat hebben we er wel voor over. Binnen in de warme hut genieten we van een lunch met tomatensoep. Daarna wordt er overlegd over de rest van de dag: Zullen we nog even doorlopen of gaan we bij deze hut slapen en genieten van het comfort. Het wordt het laatste. Het lijkt ons beter om vandaag verder rust te pakken en morgen verder te wandelen. Laurens, Frans en ik gaan vandaag voor echte luxe en kiezen voor een bed in de hut in plaats van kamperen. De rest van de middag en avond vermaken we ons in de hut met thee, chocola, chips en spelletjes. Frans en Jeroen doen nog een mislukte poging tot Rapunzeltje spelen.
Zondag 26 augustus – Naar Kuoperjakka schuilhut (15 km)
Na een heerlijke nacht in de warme hut staan Laurens, Frans en ik op. De rest van de groep is ook al wakker en heeft een koude nacht in de tent gehad. We ontbijten weer met havermoutpap, zeggen de huttenwaard gedag en gaan weer op pad. Vandaag loopt het pad door het dal. Het loopt gemakkelijk en we schieten lekker op. We hebben prachtig uitzicht op besneeuwde bergtoppen in de verte. We steken de rivier over met weer een verende hangbrug en komen dan in een groot breed dal terecht met aan weerszijden bergen. Het is hier ontzettend mooi en leeg en het pad blijft gemakkelijk lopen. Wel waait het koud en is het moeilijk een goede pauzeplek te vinden. Onze eerste pauze houden we achter en heuveltje lekker in het zonnetje. De lunchpauze vindt plaats bij de Singi hut zo rond half 2. Dit is voor sommigen wat aan de late kant. We koken soep bij de lunch, maar dat duurt lang omdat de in Zweden gekochte brandstof in onze branders niet werkt. Gelukkig vinden we achter de hut een beschutte plek met een bank in de zon waar we lekker kunnen zitten. Iedereen is nog fit en dus zullen we vandaag nog verder doorlopen om te kamperen bij een schuilhut tussen de Singi en de Sälka hut. Om de kachel in het hutje vanavond te kunnen stoken, kopen we voor 20 K hout bij de Singi hut. Daarna lopen we weer via een prachtige wandelroute verder. ’s Middags breekt ook de zon nog even lekker door en houden we –terwijl ons einddoel al in zicht is een heerlijke pauze. Er worden een paar grote dieren in de verte gesignaleerd. Dit blijken rendieren te zijn. Het is maar een klein stukje verder lopen richting de schuilhut. Als we daar aankomen, zijn er ook nog drie Oostenrijkers die nog verder zullen lopen naar de Singi hut. We zetten onze tenten op een prachtige plek op met fantastisch uitzicht. Het avondeten bestaat uit macaroni met rode saus en doperwtjes met worteltjes. Frans en Laurens vermaken zich met het opstoken van de Zweedse brandstof waar we niks aan hebben en de rest doet nog een spelletje Boonanza.
Maandag 27 augustus – Naar Sälka hut (6km)
Het is wederom om 7 uur weer tijd om op te staan. Vandaag ontbijten we met muesli met gedroogde banaan. De banaan is erg lekker, maar mijn eetlust is vandaag wat minder. Tijdens het ontbijt zingen we voor Frans, want hij is jarig vandaag. Dit zal door de ballonnen aan zijn tas ook de rest van de dag niet ongemerkt voorbijgaan. Hij word aangesproken door vele wandelaars die we tegenkomen. Vandaag hoeven we maar 7 kilometer te lopen naar de Sälka hut, een gemakkelijke tocht waarbij we af en toe uitzicht op een gletsjertong hebben. Ook worden er weer rendieren gezien. Het is lekker weer: afwisselend zon en bewolking, een heerlijke dag dus. Als de hut in zicht komt, is het nog maar een klein stukje lopen. Ik loop een stukje voor de rest uit en kom als eerste bij de hut aan en maak een foto van de rest van de groep die eraan komt lopen. Ik ben blij dat mijn fototoestel het weer goed doet. Vanwege de kou hielden de batterijen het minder lang vol.
In de hut eten we bosbessensoep. Dit klinkt lekkerder dan het is: Het proeft als opgewarmde mierzoete vruchtensap. We zetten onze tenten op en zullen ons ook verder buiten moeten vermaken, want de huttenwacht is hier streng. Officieel mogen kampeerders maar 2 keer 2 uur per dag gebruik maken van de keuken in de hut.
Kirsten, Laurens, Frans, Jeroen en Eugenie maken nog een wandeltocht naar de sneeuw in een dal. De rest doet het iets rustiger aan. Salvador schrijft in zijn tent en Meriël en ik doen spelletjes Boonanza en Flux. Ook gaan we nog even naar het winkeltje om thee en chocola te kopen. We eten aardappelpuree, doperwten en vlees uit blik dat na het opwarmen nog best eetbaar is.
Frans, Laurens, Jeroen en ik maken na het eten nog gebruik van de sauna. Deze sauna heeft geen koud water douche/bad. Hiervoor moet je even buiten naar de beek rennen. Dit is weer een geheel nieuwe ervaring. We frissen er wel enorm van op en ik maak van de gelegenheid gebruik om mijn haren te wassen in de beek. Na de sauna voel ik me heerlijk warm en rozig en val ik als ik eenmaal in mijn slaapzak lig snel in slaap.
Dinsdag 28 augustus – Naar Tjäkta hut (12 km)
Veel mensen hebben het koud gehad vannacht, maar ik heb heerlijk geslapen. In de hut eten we weer een havermoutontbijt. We pakken onze spullen in en gaan op pad. Vandaag zullen we over de Tjäkta pas lopen en dat lijkt een zware tocht te worden. Het eerste stuk van de route loopt door het dal en het is weer mooi zonnig weer. Wel waait het hard, dus in een tshirtje lopen is net iets te koud. Als we pauze houden, worden we gepasseerd door de Amerikaan die gister bij ons in de sauna zat. Hij ziet er grappig uit in zijn legging met korte broek eroverheen, en zijn kleine rode rugzak met achterop een koffiepotje. We vragen hoe het gaat en hij zegt met een lach: “Well, I am still on the flat land!”. Hij was in Zweden om zijn grootvader op te zoeken en had de Kungsleden in een folder gezien en besloten deze te gaan lopen.
Het pad loopt nu verder omhoog naar de Tjäkta pas. De stijging valt mee en als we omkijken hebben we een schitterend uitzicht over het dal waarin we hebben gelopen. Het is koud boven en we lunchen in de schuilhut op de top. Daarna hoeven we nog maar zo’n 4 kilometer af te dalen naar de hut, die op ongeveer 1000 meter hoogte ligt. Het is hier erg ruig en het pad lijkt op één groot steenveld. Hier en daar zijn er planken over de stenen gelegd. We komen hier weer veel tegenliggers tegen die het pad van Noord nar Zuid lopen. We eten nog een tussendoortje op een plek in de zon. Jeroen zegt dat volgens de kaart de hut nog 2 kilometer lopen is, maar de hut is al in zicht en dik een kwartier later zijn we er. De hut ligt bij een waterval en een sneeuwveld. Op de thermometer die er hangt zien we dat het buiten maar 5 graden is. Bij de hut is vrijwel geen kampeergelegenheid, alleen maar in het dal een eind van de hut vandaan. De huttenwacht voorspelt een koude nacht, dus we besluiten met zijn alleen binnen te gaan slapen. Beden voor hostelleden zijn 260 K, voor nietleden 360 K. We hebben maar vier leden, maar als we voor de vrouw hout zagen (drie bananendozen vol), kunnen we allemaal korting krijgen. Kirsten, Laurens, Frans, Eugenie, Salvador en Meriël gaan naar buiten om het hout te zagen en hebben daarbij een hoop lol. Ondertussen zet ik binnen vast thee. Buiten is het inmiddels gaan sneeuwen en het lijkt een echte winterdag. De houtkachel in de keuken van de hut maakt het binnen aangenaam warm.’s Avonds eten we macaroni met champignons en knoflooksaus en dat smaakt heerlijk.
Woensdag 29 Augustus – Naar Alesjaure hut (13 km)
We staan een uurtje later op dan normaal, want we hoeven geen tenten af te breken. Ik ben al wel vroeg wakker, dus lees alvast een uurtje in de keuken van de hut. We eten weer een muesliontbijt en gaan op pad. We waden eerst door de rivier naar de overkant om een stukje van het pad af te snijden. We hadden ook prima over de brug gekund, maar Jeroen vindt het leuk het water lopend over te steken en de sneeuw aan te raken. Voor ons is het een spannende oversteek: de stenen zijn glad en het water stroomt snel. Ik heb nog wat extra Eugenies wandelstokken die ze me geeft als ze zelf al aan de overkant staat. We zijn allemaal blij als we aan de overkant staan en wachten nog even op de fotoshoot van Jeroen en Meriël bij de sneeuw. Dan vervolgen we het Kungsledenpad richting Alesjaure. Het is weer een winterse dag en als we een tijdje onderweg zijn, gaat het sneeuwen. Eerst natte sneeuw, maar later dikkere vlokken. De bergen om ons heen worden steeds witter en dat is een mooi gezicht. Tegenliggers vertellen ons over de warme sauna in de volgende hut en daar willen we graag naartoe. We lopen rustig verder en hebben al snel uitzicht op het meer waar de volgende hut aan ligt. Het is echter nog wel een eind lopen door de sneeuw en sommige stenen en planken (de knuppelpaden) zijn glad. Zo’n vier kilometer voor het einddoel houden we onze lunchpauze. De laatste kilometers zijn gemakkelijk te lopen en al snel zijn we bij Alesjaure Stuga, waar we zullen overnachten.
We worden hartelijk ontvangen door de vrouw van de hut en maken soep in de keuken. Er wordt gediscussieerd over de slaapplaatsen: tent of bed in de hut. Laurens en Frans gaan voor een bed in de hut. De rest kiest voor kamperen. Bij deze hut is een mooie beschutte plek om tenten op te zetten. Omdat het weer een koude nacht zal worden, vraagt Eugenie of we dekens kunnen huren. De vrouw van de hut komt even later een vuilniszak met wollen dekens bij onze tenten brengen, erg aardig. We eten rijst met groente en knakworst, wassen af en gaan daarna naar de sauna. Het is er erg druk. Mensen gaan in en uit de sauna en we wachten even tot er ruimte is. In het hokje net buiten de echte sauna staan emmers en een ketel met heet water waarmee je je kunt wassen. Ook een handige plek om de haren weer eens te wassen. De sauna zelf is erg warm en vol, maar wel lekker. Ik hou het samen met de andere meiden niet heel lang uit en dus gaan we naar buiten om af te koelen. Via een soort kippentrap kun je naar het water in het meer. Een erg verfrissende ervaring. Bovendien moet je onderaan de trap uitkijken dat je niet uitglijdt in de modder. Even later gaat het ook nog sneeuwen : erg apart om in je nakie buiten rond te lopen zonder het echt koud te hebben. Na deze heerlijke sauna ervaring voelen we ons allemaal weer schoon en fris. We drinken warme chocolademelk, doen een spelletje en gaan naar bed.
Donderdag 30 Augustus – rustdag
Vandaag hebben we weer een vrije dag, dus we kunnen uitslapen. Ik ben al weer vroeg wakker, ga naar de wc en lig dan nog even lekker in mijn slaapzak muziek te luisteren. Ondanks de kou heb ik heerlijk geslapen. Om 9 uur zitten we met zijn allen aan het ontbijt in de hut: knäckebröd en veel bosbessenjam. Frans stelt voor een wandeltochtje in de omgeving te maken naar een top in de buurt. Dat lijkt een goed idee; Het is prachtig zonnig weer en er ligt sneeuw op de ons omringende bergen. Het is een heerlijke wandeling en we maken weer veel foto’s Eugenie en ik klimmen nog op een enorme steen, terwijl de rest van de groep een fotoshoot houdt met een prachtig dal op de achtergrond. We dalen af naar een lappendorpje aan het water en bekijken de verschillende hutjes en houtstapels. Er staan houten huisjes en plaggenhutten en er liggen een paar boten. De Samen zijn hier maar af en toe. Nu is het hele dorpje uitgestorven.
Terug in de hut drinken we warme chocolademelk en word er geschreven, gelezen en Boonanza gespeeld. Eugenie wijst me op een fries boek in de bibliotheek van de hut: Op stap van Hylkje Goinga. Dit is het Friese boekenweekgeschenk uit 1990, erg grappig om zo’n boek zo ver van huis te vinden. Het boek is maar zestig pagina’s en dus lees ik het in een middag uit. Leuk. Ook koop ik nieuwe handschoenen in het winkeltje bij de hut. We eten rijst met linzensaus en dat smaakt erg goed.
Vrijdag 31 Augustus – Naar Abiskojaure hut (20 km)
Als ik ’s nachts naar de wc moet, krijg ik de tent maar moeilijk open vanwege een laag sneeuw en ijs op de tent. Het is dus wederom een koude nacht en onze zomervakantie krijg een winters karakter. Ik maak een foto van de tenten in de sneeuw voor het geval dat deze sneeuw straks weer verdwenen is. Een paar uur later worden we gewekt door Frans en Laurens (zij hebben binnen in de hut geslapen) die ons een kopje thee brengen. De rits van de tent is inmiddels overigens opnieuw bevroren. Het duurt even voordat ik uit mijn warme slaapzak kom, maar éénmaal buiten ziet de wereld er prachtig wit uit en het zonnetje schijnt. Binnen ontbijten we weer met knäckebröd en bosbessenjam en niet te vergeten warme chocolademelk. Iets later dan gepland vertrekken we voor onze wandeltocht van vandaag. Frans loopt nog even terug, want onze theedoek (die eigenlijk niet op de paklijst stond, maar toch erg handig bleek te zijn) is in de droogruimte van de hut blijven hangen. We hebben weer een prachtige tocht. Het pad loopt langs het meer en we hebben zicht op de bergen en het dorpje aan de overkant. Wel is het uitkijken bij het lopen over de knuppelpaden. De planken zijn vochtig en erg glad. We besluiten ze dus waar mogelijk te mijden. Onze eerste pauze houden we na 7 kilometer op een steenstrandje aan het meer. Dat is genieten in het zonnetje. Als we net weer op pad zijn na de pauze, komen we langs de aanlegplaats voor de boot waar de Samen toeristen mee naar de overkant varen. Dit zou ons 7 kilometer lopen gescheeld kunnen hebben als de Samen bij hun dorpje geweest waren. We lopen verder langs het meer in de zon, lekker. Helaas glijdt Eugenie uit op een plank en dat is pijnlijk. We stoppen om even bij te komen en Laurens neemt wat gewicht uit Eugenies tas over. We lopen verder langs het meer tot we een geschikte pauzeplek vinden achter een paar rotsen. Hier is ook water in de buurt en er wordt soep en thee gemaakt, lekker warm. Het pad loopt nu verder het dal in en wordt weer stenig. Dit loopt wat minder lekker en mijn knieën doen een beetje pijn bij het dalen. Ik ben dan ook blij als we zo’n vijf kilometer voor ons eindpunt weer een korte pauze houden in het zonnetje. Daarna hoeven we alleen nog maar verder af te dalen en loopt het weer wat makkelijker. Het is vreemd om na een paar dagen weer tussen de bomen te lopen. Via een brug komen we aan bij Alesjaure. We zetten de tenten op en ik was me bij de prachtige wasplek met trappetje het water in. Ik ga helemaal onder water, koud maar verfrissend. Daarna is het tijd voor een warm kopje thee. We eten in de hut onze laatste pastamaaltijd met tonijn. Daarna zitten we nog even gezellig te kletsen en gaan naar bed.
Zaterdag 1 september Naar Abisko Turiststation (15 km)
Ook op onze laatste wandeldag staan we weer om 7 uur ‘s ochtends op. Het was koud vannacht en er ligt ijs op de tent. Waarschijnlijk is het vannacht zo’n vijf graden onder nul geweest. Het kost even wat moeite om de warme slaapzak uit te komen, maar gelukkig staat er dan binnen warme thee en niet te vergeten ons laatste muesliontbijt (met gedroogde banaan klaar). Met de laatste honing uit de plakpot maken we de pap nog iets smakelijker.
Het opruimen van de tenten gaat vandaag iets minder makkelijk omdat het gevroren heeft. Jeroen heeft veel moeite de tent weer in de verpakking te krijgen. We nemen nog wat spullen over uit de rugzak van Eugenie, want ze heeft veel last van haar rug na de val van gister. Dan gaan we voor de laatste keer deze vakantie wandelend op pad. We hoeven nog maar 15 kilometer naar Abisko.
Het zonnetje schijnt en het pad loopt gemakkelijk langs het meer. Wel moeten we weer uitkijken voor planken die glad zijn geworden. Maar we schieten lekker op en als we zo’n 1,5 uur later in de zon een pauze houden hebben we er al weer 6 kilometer op zitten. We genieten van de suikerpinda’s van Jeroen (wel even uitkijken voor het gat in de zak) en gaan weer verder op pad. Al snel lopen we niet meer langs het meer maar door de bossen langs een rivier. Terwijl ik hier loop, lijkt het me heerlijk om deze rivier per kano af te dalen en lekker te peddelen maar even later wordt het water een stuk wilder en is kanovaren niet meer aan te raden. De rivier verandert in watervallen en wildwaterbanen, erg indrukwekkend.
Wanneer we het bordje ‘5 km to Abisko’ tegenkomen, stoppen we voor een uitgebreid lunchpauze. We drinken er thee en maken onze laatste brandstof (die we nu niet meer nodig hebben) op aan een kampvuur, lekker warm. Het is namelijk ondertussen buiten nog steeds best koud, zeker wanneer je stil zit. Ook heb ik op de allerlaatste dag van de vakantie mijn hoofdlampje (het enige nutteloze voorwerp op onze paklijst, het is immers bijna hele dagen licht!) nodig als ik gebruik maak van het toilethokje hier. Binnen is het verschrikkelijk donker. Wel is dit de eerste wc met een luxe plastic blauwe bril.
We lopen verder en stoppen nog een keer op een punt waar de rivier veranderd is in een heuze canyon, prachtig ! Hier worden vele foto’s gemaakt en Jeroen ontpopt zich tot een waar fotomodel. We maken ook nog een leuke groepsfoto op de ‘apenrots’. Vanaf hier is het nog maar een heel klein stukje lopen tot het eindpunt van onze reis: Abisko. We lopen onder de welkomstpoort van de Kungsleden door en maken ook hier nog een groepsfoto. Daarna lopen we door naar het station: een eenzaam stationsgebouwtje in de middle of nowhere. Onze trein komt over ongeveer een uur. We lopen naar het Fjällstation in de buurt en vermaken ons nog een uurtje in het zonnetje. Er wordt veel lekkers gekocht in het winkeltje hier en ik pin nog geld voor de treinreis.
De trein is comfortabel en brengt ons in 1,5 uur naar Kiruna terug. Onderweg zien we het landschap veranderen: De witte bergen verdwijnen en maken plaats voor naaldbomen en zo komen we weer terug waar we begonnen. In Kiruna lopen we naar the Yellow House, het hostel waar we ook op de eerste dag geslapen hebben. Het is niet makkelijk om hier een kamer te krijgen als je niet gereserveerd hebt. De verwarde man die het hostel runt (zie dag 1) vertelt ons dat het hostel altijd maanden van te voren al ‘fully booked’ is. Maar hij verwacht een groep van 11 personen, maar als die niet komen heeft hij wel ruimte voor ons. We moeten tot zeven uur wachten en dan kan hij wel iets regelen. Ondertussen gaat Frans nog even op de camping kijken of we misschien daar een hutje kunnen huren. Dat blijkt een stuk duurder te zijn. Er komen meer gasten die een kamer willen, maar ook zij krijgen het standaard ‘fully booked’ verhaal te horen en staan vervolgens ook te wachten. Ondertussen zien we de man van het hostel langs de kamers gaan en gordijntjes recht hangen. Het lijkt alsof hij nog snel even de kamers voor elkaar maakt. Hij haalt ook nog een aantal sleutels uit de sleutelbos. We kijken een half uur buiten in de kou naar dit alles en bedenken ons dat dit een perfect scenario voor een cultfilm zou zijn. Gelukkig kunnen we uiteindelijk toch gebruik maken van de kamers.
Ons tweede doel van deze avond is het vinden van een gezellig eettentje. Dat is niet gemakkelijk in een troosteloze plaats als Kiruna. We komen eerst langs een zeer ongezellige pizzatent en dan langs twee snackbars. De sportsbar& restaurant blijkt ‘fully booked’ te zijn en het restaurant van het city hostel krijgt het niet voor elkaar om een tafel voor 8 personen te regelen en wil geen tafels aan elkaar schuiven. Als we bijna besluiten om terug te lopen naar de eerste saaie pizzeria, komen we in een straatje met een pizzeria en een Chinees terecht. De chinees ziet er vreselijk donker uit; Ergens achter in een hoekje zitten nog een paar mensen te eten. In de pizzeria Valentino zijn helemaal geen klanten, maar de medewerkers zitten aan een tafeltje smakelijk te eten. Dit moet het restaurant voor onze afscheidsmaaltijd dan maar worden. De medewerkers ruimen snel hun spullen op en zetten twee tafels aan elkaar voor ons. Grappig is dat elk tafeltje in het restaurant een eigen bel heeft waar je op kunt drukken als je iets wilt bestellen. Dit lijkt nogal overdreven nu het restaurant helemaal leeg is. Het eten is er goed en goedkoop. We kunnen salade pakken en de pizza’s zijn overheerlijk. Na het eten kunnen we zelf thee, koffie en chocolademelk uit de koffiemachine halen. Goed voor elkaar.
Na het eten gaat Eugenie naar het hostel terug, ze voelt zich niet zo lekker. Wij gaan het nachtleven van Kiruna verkennen. We twijfelen even of we eerst een biertje gaan drinken in de Sportsbar, maar lopen toch meteen door naar de nachtclub. Hier is het nog erg rustig en de portier vertelt ons dat het vanavond 30+ avond is, maar we kunnen wel allemaal naar binnen. Het wordt een geweldige avond met veel foute muziek en af en toe versierpogingen van mijnwerkers. Meriël en ik gaan maar op onze sokken dansen omdat die bergschoenen toch wel erg onhandig zijn op de dansvloer. Als er later een vrouw met hakschoenen op mijn voet gaat staan is dat helaas wel weer pijnlijk. We hebben grote lol, maar zijn uiteindelijk ook wel moe. Terug naar het hostel om te slapen dus.
Zondag 2 september – terugreis vanuit Kiruna
We hebben afgesproken om 9 uur te ontbijten, dus ik sta kwart voor 9 op om te gaan douchen. Dat is wel even genieten na zo’n tijd in de middle of nowhere. Ook het ontbijt gaat er goed in en het is fijn dat er weer verse kaas, vleeswaren en yoghurt is, lekker! We pakken onze tassen in en maken de kamers schoon. Laurens gaat de bustijden checken; we hoeven pas om 12.55 met de bus naar het vliegveld en hebben dus nog wat tijd over om Kiruna in te gaan.
Ik heb hier niet zoveel behoefte aan en blijf in het hostel om mijn boek uit te lezen. De rest van de groep koopt nog wat etenswaren en souvenirs. Om half 1 vertrekken we vanaf het hostel en lopen naar het busstation. Daar vertrekt de bus vrijwel meteen nadat wij ingestapt zijn, nog ver voor de officiële vertrektijd. De bus blijft nog wel lang wachten bij een andere halte voordat we uiteindelijk echt naar het vliegveld rijden.
Bij het inchecken wordt gebruik gemaakt van vingerherkenning en dat is een heel gedoe. Mijn vinger weigert en ik heb zelf ook het gevoel dat gewoon je paspoort laten zien toch sneller gaat. Ook Frans heeft moeite met de vingerafdruk. Onze vlucht heeft vertraging en vertrekt ongeveer een half uur later dan gepland. Dat betekent dat we in Stockholm een beetje zullen moeten haasten om de volgende vlucht te halen. We zitten verspreid door het vliegtuig; toevallig zit ik wel naast Meriël en Kirsten. Ik benut deze vliegtijd echter om nog een beetje blij te slapen en muziek te luisteren. In Stockholm moeten we al snel afscheid nemen. Laurens en ik vliegen namelijk met een rechtstreekse vlucht van KLM naar Amsterdam, terwijl de rest van de groep met SAS vliegt en een overstap zal maken in Kopenhagen. Voor onze KLM vlucht moeten we echter wel snel inchecken, dus zeggen we snel iedereen gedag en halen onze bagage van de band. Daarna racen we met de bagagekar met de tassen het vliegveld over naar de andere terminal voor het inchecken. In Stockholm zijn namelijk twee verschillende terminals voor interne en externe vluchten. We kunnen nog even naar onze reisgenoten zwaaien en zijn op tijd voor het inchecken. Daarna rennen we nog even naar de gate waar het vliegtuig naar Kopenhagen vertrekt en daarna naar onze eigen gate. Ik koop van mijn laatste Zweedse kronen nog een boek en daarna vliegen we terug naar Amsterdam. We kletsen nog even gezellig na over de vakantie en doen dat volgens onze voorgangers te luid. Ongeveer een kwartier later dan verwacht komen we aan op Schiphol. De bagage rolt al weer snel van de band en daarna gaan ook Laurens en ik weer onze eigen weg. Rond kwart voor 9 ‘s avonds ben ik weer thuis na een geweldige reis.