Uniek aan deze reis

  • Mooie herfstkleuren
  • Geocaching
Bekijk de reisverslagen van vergelijkbare reizen

Rheinsteig

Duitsland

07-10 t/m 11-10-2015

‘Herfstkleuren langs de Rheinsteig’

In oktober 2015 reisden we met een groep van 12+2 (deelnemers + reisbegeleiders) te voet van Lahnstein naar de Loreley, een deel uit de in totaal 320 km tellende ‘Rheinsteig’ wandelroute.

Dag 1 – De aanreis

De fiets, bus, boemel en Intercity brachten een deel van de groep naar één, flink vertraagde Duitse Eurocity richting Koblenz. Die vertraging kwam goed uit; het andere deel van de groep, komende in een eveneens vertraagde ICE, had anders haar overstap gemist. De hele groep, minus één eigenwijze automobilist die natuurlijk wél keurig op tijd was, kwam een half uur te laat aan op station Niederlahnstein. Na deze demonstratie van een fikse treinvertraging oplopen een kunst is die ze in Duitsland óók in de vingers hebben, konden we rond 12:30 uur eindelijk aan de grote wandeling beginnen. Direct zat er al wat druk op de ketel: zouden we de Engelstalige rondleiding in kasteel Marcksburg, later die middag, halen?

Na een korte wandeling door het stadje Lahnstein kwamen we aan op de Rheinsteig, prachtig gelegen op de oevers van de rivier Lahn. Na flink wat klimmen werden we beloond met een uitzicht op de oevers van de Rijn. Om de pracht van dit uitzicht te benadrukken, hadden enkele architecten besloten om op markante bergtoppen authentiek Duits degelijke hotel te bouwen …wat moet het uitzicht geweldig zijn geweest vanaf die balkons, de enige plekken in de wijde omgeving waar je het bewuste hotel níet kon zien…

Maar goed, met wat strategisch kijken “nu even naar de grond kijken jongens, geloof me, dat is mooier dan het uitzicht!” viel er toch van de herfstkleuren op glooiende berghellingen te genieten. De Engelstalige rondleiding in de Marcksburg hebben we gemist, maar de Duitstalige gids, die een uur later de rondleiding gaf, deed dit met verve en hij was ook voor ons kaaskoppen goed te volgen.

Een uur later stonden we weer buiten, de magen leeg, maar de hoofden vol van martelwerktuigen, middeleeuwse koelkasten en 3,5 meter dikke muren. Nadat we in het lager gelegen Braubach in een eetcafé hadden gegeten deden enkele deelnemers een tevergeefse poging nog een drinkgelegenheid te vinden. Deze eindigde na wat zoekwerk bij een local. Welwillend wees hij de weg naar… de bushalte voor de bus naar Koblenz. Toen hij aan de beteuterde gezichten zag dat dit niet in het plan paste, begon hij aan een andere routebeschrijving. Hoopvol hoorden ze de man aan, die hen de route richting het treinstation beschreef, want ook per trein konden ze naar Koblenz afreizen…

In het charmante, maar ietwat vervallen middeleeuwse hotel maakten we kennis met het concept ‘plofkussen’.  Gigantische kussens, totdat je er je hoofd op legde, dan eindigde je praktisch op het onderliggende matras. Ook de andere hotels hadden zulke plofkussens, wat menigeen aanzette tot beoefening der kunst van de kussenorigami. Hoe vaak kun je een kussen dubbelvouwen zonder dat het bij de minste beweging direct weer ontvouwt?

Dag 2- Sauerbrunnen en vergezichten

De volgende ochtend beklommen we de berghelling in een frisse ochtendzon. Er was zelfs een bloeiende cactus op de berghelling te ontdekken!

De tocht voerde langs de Sauerbrunnen, eens een bron waar ijzerrijk en koolzuurhoudend mineraalwater uit grond kwam, nu een verlaten bonnen pinquinverblijf met daarin een zielig plasje water.

Voordat dit verhaal naadloos overgaat in de beschrijving van andere vergane glorie wil ik benadrukken dat de landschappen, vergezichten en herfstkleuren onderweg in geen woorden te beschrijven waren, vandaar dat deze beschrijvingen in dit verhaal in verhouding zo beknopt zijn!

Vergane glorie dus, of in elk geval, druk doende te vergaan. Die middag aten we onze eerste Hartkek-lunch bij een artistiek kunstwerk gemaakt van een oude boomstronk, beschilderd als een bijzondere collectie van torso’s en diverse lichaamsdelen.

Voor de mensen die ze niet kennen: Hartkeks zijn biscuits zoals die vroeger ook in het rantsoen van soldaten zaten. Tegenwoordig worden ze alleen nog gegeten door mensen op trektocht, want ze zijn licht om mee te sjouwen en lang houdbaar. De truc is om de keks extra dik te beleggen, meer calorieën én minder last van ietwat droge structuur en smaak. Overigens: het uitzicht vanaf deze lunchplek was wederom prachtig!

Nadat we de oever van de Rijn met een pontje waren overgestoken bereikten we de jeugdherberg. Na een drankje op het terras konden we terecht in de keuken. Waar de kookploeg twee pastavarianten in ruime hoeveelheden klaar heeft gemaakt. Die avond werden er nog wat spelletjes gespeeld, waarna de bedden (zelfs een enkel stapelbed!) al vroeg werden opgezocht.

Dag 3 – Het hoogste punt van de reis

De volgende ochtend hadden we minder geluk met het weer en hebben we de hele ochtend in de (miezer)regen gewandeld. Om een beetje op te warmen dronken we rond het middaguur een warme versnapering bij het restaurant van hotel Burg Liebenstein en nadat we opgewarmd waren, was de regen ook verdwenen.

Later die middag bereikten we het hoogste punt van de reis en namen we uitgebreid groepsfoto’s om vervolgens te ontdekken dat het pad honderd meter verder nog nét even vijf meter hoger lag… ons hoogtepunt had iets te vroeg gepiekt… Hierna volgde een afdaling, met hier en daar steile stukken, naar Rijnniveau.

Het hotel van deze nacht was een ‘echt’ hotel. Tot laat in de avond rolde de grijs bebaarde barman vakkundig de flesjes Paulaner voor het inschenken over de bar (iets met gist wel/niet mee schenken), leerde hij de Hollanders hoe je met zo’n glas moet proosten (aan de onderkant, uitleg kwam gecombineerd met een seksistische opmerking die ik hier niet zal herhalen) en, niet te vergeten, dronk hij in hoog tempo halve liters bier.

Dag 4 – Nog meer vergezichten en een avontuurlijk verstopte Geocache

Na een ingekorte nachtrust liepen we de volgende dag van het ene vergezicht naar het andere kasteel (uiteraard met vergezicht). De lunch was op een riant uitzichtpunt waar op verschillende hoogtes van de Hartkeks werd gegeten met als gevolg: rondvliegende blikjes Tartex en tubes ‘kekbeleg’.

Om de vreugde nog wat te vergroten kwam aan het eind van de lunchpauze de zon kort maar krachtig door. Deze wandeldag werd afgesloten met een optioneel ommetje; ‘de Rabenack klettersteigroute’. Deze avontuurlijke route was van zoveel waarschuwingen voorzien (kinderen en onervaren hikers, klettersteigtuigje verplicht), dat deelname buiten de Spring verantwoordelijkheid viel.

In de praktijk viel de route reuze mee, bijna alle rotsen waren voorzien van hand- en voetsteunen. Het meest angstaanjagend waren wellicht de bordjes met navigatienummer voor de nooddiensten, mocht er iets gebeurd zijn…

Op het uitzichtpunt vonden we een Geocache, een spookcache. De identificatiecode hoorde bij een ‘slapende cache’ 300 km verderop. Geïnspireerd door deze vondst werd in het hotel in een nieuwe Geocache-expeditie op poten gezet. Aan de overkant van de Rijn zouden er twee op korte afstand van elkaar te vinden zijn. Eenmaal overgevaren was het hemelsbreed nog maar zo’n honderd meter lopen. Helaas hadden we bij het uitlezen van de app de hoogte van de cache over het hoofd gezien. Na zo’n twintig minuten en honderd meter klimmen vonden we de cache én konden we van een mooi uitzicht genieten! De tweede cache was op dezelfde hoogte en gemakkelijker te vinden; het uitzicht op het begin van de Loreley maakte veel goed.

Dag 5 – Loreley

De volgende morgen was het stralend weer en gingen we vroeg van start om de beroemde Loreley-rots te beklimmen. Nadat we in alle rust van het uitzicht én een drankje hadden genoten kwamen we de eerste touringcarladingen toeristen kwamen.

Bij de Loreley stond een ‘praatpaal’, die in ruil voor een euro het verhaal van de Loreley beloofde te vertellen en het bijbehorende gedicht te laten horen. Wij gingen voor de Nederlandstalige optie. Dit was een slechte keuze, of komisch, zo je wilt. De tekst werd met een zwaar Duits accent voorgedragen en was matig vertaald, sommige Duitse woorden waren zelfs onvertaald gebleven. Bovendien bleef het beloofde Loreley-gedicht uit, daar durfde men blijkbaar zijn handen niet aan te branden. Geïnspireerd door het vertoonde vertaalambacht heb ik daarom, in de bewuste ‘Loreley-praatpaal-stijl’ dit gedicht later alsnog vertaald:

 

Vrij vertaald naar: Die Lorelei, Heinrich Heine

(Lezen met een zwaar Duits accent)

De Lorelei
Ich weet nicht, wat  het betekent,
Dat ich so treurig bin
Een sprookje uit oude tijden
Dat wil er bij mij niet goed in.

De lucht is koud en donker,
Und rustig stroomt de Rijn
De top van de berg fonkelt
In het avondzonneschijn.

De mooiste maagd zit,
Daarboven prachtig te zijn,
Haar gouden juwelen schitteren,
Ze kamt haar gouden haar.

Ze kamt het mit een gouden kam
En zingt ein lied daarbij
Dat heeft een wonderlijke,
En krachtige melodei.

De schipper in het kleine schip
Is gegrepen door wilde smart
Hij kijkt niet naar de naderende klip
Maar tuurt de hoogte in.

Ik denk dat de golven verslonden,
Zowel de schipper als diens schip
Und dat heeft,  met haar gezang,
De Lorelei gedaan.